U kunt kijken naar regels en voorschriften in andere rechtsgebieden.
Het Single European Passport is beschikbaar voor bedrijven die gereguleerd worden door onder andere CRD IV, MiFID II, Electronic Money Directive, AIFMD en PSD II. Dit betekent dat fintech-ondernemingen die onder de wetgeving van hun lidstaat vallen en beschikken over een bankvergunning, een vergunning voor een betalingsdienstaanbieder onder PSD II, een vergunning voor alternatieve beleggingsfondsen onder AIFMD, een vergunning voor een e-geldinstelling of een vergunning als beleggingsondernemingen onder MiFID II hun vergunning in Oostenrijk kunnen verkrijgen en hun diensten in Oostenrijk kunnen verlenen zonder eerst een vergunning van de FMA te verkrijgen.1
Waar fintech-bedrijven geen gereguleerde diensten verlenen en geen vergunning hebben volgens de wetgeving van hun lidstaat, wordt het paspoort over het algemeen niet verstrekt. Voor zover het Oostenrijkse Wetboek van Koophandel van toepassing is, mogen diensten in Oostenrijk slechts tijdelijk worden verleend in overeenstemming met de EU-vrijheid om diensten te verlenen zonder handelsvergunning. Als de dienst permanent op de Oostenrijkse markt is gericht of als de dienst permanent in Oostenrijk wordt geleverd, is een handelsvergunning vereist.1
Over het algemeen is de vrijstelling voor omgekeerde verzoeken niet van toepassing (de MiFID II-vrijstelling voor omgekeerde verzoeken is alleen beschikbaar voor gereguleerde entiteiten uit landen buiten de Europese Economische Ruimte (EER)). Dit betekent dat licentievereisten over het algemeen van toepassing zijn wanneer een buitenlandse persoon actief is in Oostenrijk. De aanpak van de FMA lijkt veel strenger dan die van de brancheorganisatie. Met betrekking tot gereguleerde diensten, om te bepalen of er sprake is van gereguleerde activiteiten in Oostenrijk, richt de regelgevingspraktijk van de FMA zich op de plaats waar een aanbod tot het sluiten van een contract wordt gedaan of waar een aanbod wordt aanvaard. Als algemene regel geldt dat marktexploitanten geacht worden vergunninghoudende bankactiviteiten in Oostenrijk uit te voeren zodra een in Oostenrijk gevestigde tegenpartij de relevante wettelijk bindende verplichtingen op zich kan nemen.1
Deze aanpak wordt toegepast ongeacht het gebruikte communicatiemiddel. Vanuit het oogpunt van traditionele post is het dus voldoende als de plaats van verzending en terpostbezorging van het voorstel voor het sluiten van het betreffende contract of de aanvaarding ervan zich in Oostenrijk bevindt. Met betrekking tot diensten die via internet worden aangeboden, ontstaan licentievereisten meestal als klanten in Oostenrijk - technisch en juridisch - in staat zijn om de overeenkomstige wettelijk bindende verplichtingen op zich te nemen.1
Dit standpunt werd verder bevestigd door het Oostenrijkse hooggerechtshof in zijn uitspraak over leningen die door een Zwitserse bank in het buitenland zijn verstrekt. Bovendien heeft jurisprudentie met betrekking tot de effectenportefeuille van een Oostenrijkse cliënt die buiten Oostenrijk (in dit geval de Verenigde Staten) wordt beheerd, bevestigd dat adviesdiensten met betrekking tot een dergelijke portefeuille moeten worden geacht te zijn verstrekt op de locatie waar de klant is gevestigd op het moment dat deze diensten worden verleend, ongeacht of deze dienst wordt verleend van buiten Oostenrijk per telefoon, fax, brief, e-mail of iets dergelijks. In de jurisprudentie werd ook geoordeeld dat het sluiten van een overeenkomst inzake vermogensbeheerdiensten (verleend in het buitenland) in Oostenrijk voldoende was om te concluderen dat financiële diensten onderworpen waren aan Oostenrijkse vergunningseisen.1
In een digitale wereld zorgt deze rigoureuze aanpak voor uitdagingen voor bedrijven die over de hele wereld actief zijn. In deze context moeten bedrijven die mogelijk onderworpen zijn of zouden moeten zijn aan (maar niet hebben ontvangen) de Oostenrijkse vergunningplicht hun marketingcampagnes zorgvuldig herzien. De FMA staat erom bekend te controleren of niet-gelicentieerde bedrijven die een gelicentieerd bedrijf aanbieden, adverteren voor Oostenrijkse klanten of zich op de Oostenrijkse markt richten. Hierbij wordt gecontroleerd of de apps beschikbaar zijn in de Oostenrijkse versies van de Android- of iOS-appstores en of de homepages in het Duits worden aangeboden of specifieke contactgegevens voor Oostenrijkse klanten bevatten. Daarom zouden bedrijven zonder vergunning die een vergunning hebben, moeten overwegen om geografische barrières op hun websites op te nemen voor klanten in Oostenrijk.1
Wij werken voor internationale kleine en middelgrote ondernemingen, start-ups en telecommunicatiebedrijven
Uitgebreide juridische dienstverlening voor bedrijven op het gebied van ondernemingsrecht, belastingrecht, cryptocurrency-wetgeving, investeringsactiviteiten
Juridische ondersteuning voor FinTech- en Blockchain-projecten